Geschiedenishttp://www.bijendeurne.nl/index.php/organisatie/geschiedenis2024-02-02T08:31:03+00:00Bijenhoudersvereniging St. Ambrosius PeellandJoomla! - Open Source Content ManagementJubilarissen2017-02-05T12:18:13+00:002017-02-05T12:18:13+00:00http://www.bijendeurne.nl/index.php/organisatie/geschiedenis/24-jubilarissenSuper User<p><span style="font-size: 12pt;"><strong>Harrie Weijenborg, 60 jaar imker!</strong> </span></p>
<p style="text-align: left;">Harrie Weijenborg hoef je niet te vertellen dat bijenhouden een geweldige hobby is waar je jaren plezier aan kunt beleven, getuige het <img src="http://www.bijendeurne.nl/images/2016-12-10-08.jpg" alt="Harrie Weijenborg" width="259" height="310" class="pull-right" style="float: right;" title="Harrie Weijenborg" />feit dat dit jaar Harrie 60 jaar lid is van de bijenhoudersvereniging St. Ambrosius Peelland. Als we met hem daarover in gesprek gaan spat het enthousiasme voor het bijenhouden nog steeds van hem af. Geboren in 1937 te Lichtenvoorde komt hij al vroeg in aanraking met de bijen. Als schooljongen, tussen de middag op de fiets naar huis, ziet hij regelmatig een bijenzwerm hangen. Even afstappen en de imker waarschuwen zodat die de zwerm kan scheppen. Het levert hem als dank menig potje honing op. Wanneer de pacht van de boerderij van zijn ouders wordt beëindigd verhuist het gezin naar Deurne. Harrie blijft achter in Lichtenvoorde bij zijn zus, omdat hij nog te jong is om op de boerderij in Deurne te helpen. Hij volgt daar lessen op de Middelbare Landbouw Winterschool en dit is ook de tijd dat hij met bijenhouden wil beginnen. Daarvoor wordt in het klooster te Lievelde de Basiscursus Bijenhouden gevolgd. Als hij op zijn 19e in dienst moet, denkt hij zijn volken zodanig goed verzorgd te hebben, dat hij bij zijn eerste verlof nieuwe jonge koninginnen in de kast zal aantreffen. Het mocht niet zo wezen, alle volken zijn moerloos. Maar hij geeft niet op! Met vallen en opstaan kom je er tenslotte ook en hij heeft niet voor niets bij het voltooien van de basiscursus van de overheid twee bijenkasten gekregen. Het was in de schaarse periode na de 2e wereldoorlog voor de autoriteiten een manier om het bijenhouden te promoten en de honingproductie te stimuleren. Na zijn diensttijd in 1958 is hij oud genoeg om thuis op de boerderij te komen wonen bij zijn familie op de Snoertsebaan in Deurne. In 1965 trouwt hij met Annie Maas en vestigt zich met zijn vrouw op de Hanenberg in Liessel. Harrie Martens vond dat hij bij de Liesselse bijenhouders vereniging ‘de Peelzoemers’ hoorde, maar Harrie werd lid van St. Ambrosius Peelland. De vereniging plukt daar aardig de vruchten van, want in 1970 wordt hij voorzitter van de vereniging. Binnen een half jaar vraagt met stevige pressie Deurnenaar Wim v.Heugten (imker, maar ook bestuurslid van de bijenhoudersbond NCB) de kersverse en onervaren voorzitter om de jaarlijkse Imkersdag van de Bijenhoudersbonden ABTB, LTB en NCB te organiseren. Geen enkele vereniging is op dat moment daartoe bereid. Samen met zijn kameraad Carel Verspaij (onze 50-jarige jubilaris van 2015) klaren ze de klus. Ruim 800 deelnemers krijgen een prachtige dag voorgeschoteld. Onderdeel van het programma is de prijsuitreiking van de bijenteelt-Bedrijfswedstrijd van de NCB. Laat hij nu tot ieders en zijn eigen verrassing de winnaar van 1970 zijn! Het leek voor sommigen wellicht doorgestoken kaart, -vanwege zijn bereidheid de imkersdag in Deurne te organiseren-, maar gelukkig waren de punten al lang van te voren verdeeld. Ook in 1971 ontvangt Harrie weer de wisselbeker voor de eerste plaats! Dan in 1972: nog één keer winnen en dan mag hij de beker houden! Dat is dus extra spannend, maar hij wordt helaas tweede! Het zal ook de volgende jaren niet meer lukken, want de Bedrijfswedstrijden houden op te bestaan. Vanwege een uitbraak van het Amerikaans vuilbroed mogen de juryleden niet meer van stal naar stal reizen. Reizen met de bijen, dat gaat onder leiding van deze voorzitter de jaren daarna wel gebeuren, namelijk naar de boomgaarden in Hoorn en later naar het koolzaad in de IJsselmeerpolders en de Strabrechtse Heide. Het eerste jaar wordt door de imkers de kat uit de boom gekeken, dus moeten er ook kasten in Asten en zelfs Horst opgehaald worden. Maar als de kasten druipend van de honing uit het koolzaad terugkomen, is er geen houden meer aan en gaan de jaren daarna volle vrachtwagens naar de polder. Harrie is ook de drijvende kracht achter de bouw van een bijenstal. Zo’n stal is bedoeld voor imkers die thuis geen plaats hebben voor een bijenvolkje, maar ook en vooral moet de stal een educatieve functie hebben. Aan de Pastoor Jacobsstraat komt in 1976 op het terrein van de Hobbytuindersvereniging de eerste hal gebouwd. Door de afgelegen plek komt de educatieve functie van de hal daar niet zo goed tot z’n recht, er worden wel imkers opgeleid dankzij de cursus van Toon van Stiphout. Na het beëindigen van zijn voorzitterschap in 1987 blijft hij zich inzetten voor de vereniging. Samen met Carel Verspaij is hij begin 70-er jaren al actief voor het kweken van ‘de betere bij’. Het gaat hun om de Carnica , een zachtaardige bij, heel geschikt voor een dicht bevolkt land als het onze. Als Harrie hiermee begint is het nog verboden bijen uit het buitenland in te voeren. Toch gaat hij naar Duitsland om een Carnica koningin te halen. Hij kreeg van een Duitse professor van een onderzoeksinstituut in Mainz een koningin. Bij de grens krijgt hij het toch benauwd en stopt het kastje achter zijn broekband. Goed warm komt de koningin heelhuids aan in Nederland. Na verloop van tijd verwaterd deze speciale aanpak van koninginneteelt, maar Harrie pakt in 2010 de draad weer op en start dan opnieuw met het ‘Betere Bijen-project’. Uiteindelijk resultaat is dat in Deurne en directe omgeving de meeste imkers nu werken met deze bij. Wanneer op het terrein van (NMC) ‘de Ossenbeemd’ plaats is voor een stal wordt hier in 2002, -ook weer onder leiding en naar het ontwerp van Harrie-, door de imkers zelf een bijenhal gerealiseerd. Nu, op 79 jarige leeftijd, pioniert Harrie nog steeds met het imkeren! Hij plaatst zijn bijen tegenwoordig op grote ramen, zodat het broed niet onderbroken wordt zoals gebruikelijk bij de Nederlandse Spaarkast. We wensen hem met de nooit aflatende steun van zijn Annie daar heel veel succes mee, maar eerst vieren we dit jubileum op de St. Ambrosius feestdag op 9 december 2016!</p>
<p><img src="http://www.bijendeurne.nl/images/Carel-Verspaij-WvD.png" alt="" style="float: left;" /></p>
<p> <strong>Carel Verspaij 50 jaar bevlogen lid van St. Ambrosius Peelland</strong>.</p>
<p>Carel, werkend op een boerenbedrijf, is 14 jaar oud als de boer hem waarschuwt niet te dicht bij de bijenkasten te komen, want ze steken! Carel raakt daarvan niet van de wijs en kijkt geboeid naar het bijenleven. Toen, ruim 75 jaar geleden is er een zaadje gepland dat 25 jaar later uitbundig begint groeien. Piet van Hoek docent aan het gymnasium koopt in 1965 een bijenvolk om zijn leerlingen kennis te laten maken met het leven van de bijen. Aan Carel wordt gevraagd voor het volk te zorgen met het bijgaande advies om ook meteen lid te worden van de Deurnese bijenhoudervereniging Ambrosius. Op z’n veertigste en koud lid van de vereniging, wordt Carel op zijn eerste ledenvergadering direct tot secretaris benoemd. Ruim 20 jaar zal Ambrosius daar de vruchten van plukken. Samen met zijn vriend en voorzitter van de bijenhoudervereniging, Harrie Weijenborg organiseren ze diverse activiteiten. Om de kwaliteit van het bijenhouden te verbeteren worden wedstrijden gehouden. Een jury beoordeelt zo’n drie keer per jaar de deelnemende imkers, waarna op het jaarlijkse Ambrosiusfeest de uitslag bekend gemaakt wordt. Om fruit te bevruchten gaan ze met hulp van de Boerenbond naar Noord Holland. De bijen gedijen er goed, maar de honingopbrengst is gering. Als bekend wordt dat het koolzaad in de IJsselmeerpolders van honing druipende bijenkasten oplevert wordt een trailer geregeld. Deze begint op vrijdagavond kasten op te halen, vanaf het Boerenbond terrein door heel Deurne, naar Liessel, Neerkant, Asten en Horst om rond middernacht na een kopje koffie en een worstenbroodje achter de kiezen gezeten naast de chauffeur naar de IJsselmeerpolders te rijden waar ze zaterdag tegen de middag aankomen en de kasten afgeladen kunnen worden. Begin jaren zeventig volgt een krachttoer. De organisatie van de landelijke Katholieke Imkerdag in Deurne. Traditiegetrouw begint deze met een Eucharistieviering. Een gastspreker in het Peelland College vult de verdere ochtend. Voor de circa 700 deelnemers volgt de zit aan een goede koffietafel, een bezoek aan de Grote Peel en tot slot een concert van het jeugdorkest van de Koninklijke Harmonie. Zo’n dag organiseren is in 2015 nog een hele klus, maar toetertijd schreef de secretaris alle afspraken en uitnodigingen voor die zevenhonderd deelnemers nog met het handje! Vermeldenswaard is tevens het streven van de twee vrienden om in Deurne zachtaardige bijen rond te laten vliegen. Om dit te bereiken wordt een raszuivere Carnica koningin uit Duitsland opgehaald. Later reizen ze met een aantal bijenvolkjes naar het bevruchtingsstation op Schiermonnikoog. Eerst een overnachting op een luchtbed in de hal van de woning van Roelof Geskes, de beheerder van het bevruchtingsstation, omdat de boot naar Schiermonnikook héél vroeg vertrekt. Nadat de bijen zijn afgeleverd worden twee fietsen gehuurd, om dit prachtige eiland te verkennen. Tot op de dag van vandaag zijn Carel en Harrie promotors van de zachtaardige Carnica bij. Ook na zijn bestuurlijke periode zijn de bijen volop in het leven van Carel gebleven. Wel is het aantal kasten van veertig naar twintig en nu tot acht geslonken. Het enthousiasme is er nu in zijn negentigste levensjaar niet minder op geworden. Zomers druk met de zorg voor de bijen en in de winter met het herstellen en timmeren van nieuwe bijenkasten. Kortom het ooit geplante zaadje is na een onstuimige groei nu een mooie plant, waarvan we hopen dat we daar nog lang van mogen genieten. Maar eerst huldigen we de jubilaris tijdens het St. Ambrosius feest op 11-12-2015.</p>
<p><em>Voor meer info over de geschiedenis van onze vereniging zie het boek ‘Een kwestie van Bijhouden’ Te koop voor € 10,-- bij ‘de Ossenbeemd’ of te bestellen bij J.Berkers: tel 0493-317728 of mail naar <a href="mailto:j.berkers16@chello.nl">j.berkers16@chello.nl</a><br /></em><a href="http://www.bijendeurne.nl/#topje"><span style="font-size: 8pt;">naar begin van deze pagina</span></a><em><br /></em></p><p><span style="font-size: 12pt;"><strong>Harrie Weijenborg, 60 jaar imker!</strong> </span></p>
<p style="text-align: left;">Harrie Weijenborg hoef je niet te vertellen dat bijenhouden een geweldige hobby is waar je jaren plezier aan kunt beleven, getuige het <img src="http://www.bijendeurne.nl/images/2016-12-10-08.jpg" alt="Harrie Weijenborg" width="259" height="310" class="pull-right" style="float: right;" title="Harrie Weijenborg" />feit dat dit jaar Harrie 60 jaar lid is van de bijenhoudersvereniging St. Ambrosius Peelland. Als we met hem daarover in gesprek gaan spat het enthousiasme voor het bijenhouden nog steeds van hem af. Geboren in 1937 te Lichtenvoorde komt hij al vroeg in aanraking met de bijen. Als schooljongen, tussen de middag op de fiets naar huis, ziet hij regelmatig een bijenzwerm hangen. Even afstappen en de imker waarschuwen zodat die de zwerm kan scheppen. Het levert hem als dank menig potje honing op. Wanneer de pacht van de boerderij van zijn ouders wordt beëindigd verhuist het gezin naar Deurne. Harrie blijft achter in Lichtenvoorde bij zijn zus, omdat hij nog te jong is om op de boerderij in Deurne te helpen. Hij volgt daar lessen op de Middelbare Landbouw Winterschool en dit is ook de tijd dat hij met bijenhouden wil beginnen. Daarvoor wordt in het klooster te Lievelde de Basiscursus Bijenhouden gevolgd. Als hij op zijn 19e in dienst moet, denkt hij zijn volken zodanig goed verzorgd te hebben, dat hij bij zijn eerste verlof nieuwe jonge koninginnen in de kast zal aantreffen. Het mocht niet zo wezen, alle volken zijn moerloos. Maar hij geeft niet op! Met vallen en opstaan kom je er tenslotte ook en hij heeft niet voor niets bij het voltooien van de basiscursus van de overheid twee bijenkasten gekregen. Het was in de schaarse periode na de 2e wereldoorlog voor de autoriteiten een manier om het bijenhouden te promoten en de honingproductie te stimuleren. Na zijn diensttijd in 1958 is hij oud genoeg om thuis op de boerderij te komen wonen bij zijn familie op de Snoertsebaan in Deurne. In 1965 trouwt hij met Annie Maas en vestigt zich met zijn vrouw op de Hanenberg in Liessel. Harrie Martens vond dat hij bij de Liesselse bijenhouders vereniging ‘de Peelzoemers’ hoorde, maar Harrie werd lid van St. Ambrosius Peelland. De vereniging plukt daar aardig de vruchten van, want in 1970 wordt hij voorzitter van de vereniging. Binnen een half jaar vraagt met stevige pressie Deurnenaar Wim v.Heugten (imker, maar ook bestuurslid van de bijenhoudersbond NCB) de kersverse en onervaren voorzitter om de jaarlijkse Imkersdag van de Bijenhoudersbonden ABTB, LTB en NCB te organiseren. Geen enkele vereniging is op dat moment daartoe bereid. Samen met zijn kameraad Carel Verspaij (onze 50-jarige jubilaris van 2015) klaren ze de klus. Ruim 800 deelnemers krijgen een prachtige dag voorgeschoteld. Onderdeel van het programma is de prijsuitreiking van de bijenteelt-Bedrijfswedstrijd van de NCB. Laat hij nu tot ieders en zijn eigen verrassing de winnaar van 1970 zijn! Het leek voor sommigen wellicht doorgestoken kaart, -vanwege zijn bereidheid de imkersdag in Deurne te organiseren-, maar gelukkig waren de punten al lang van te voren verdeeld. Ook in 1971 ontvangt Harrie weer de wisselbeker voor de eerste plaats! Dan in 1972: nog één keer winnen en dan mag hij de beker houden! Dat is dus extra spannend, maar hij wordt helaas tweede! Het zal ook de volgende jaren niet meer lukken, want de Bedrijfswedstrijden houden op te bestaan. Vanwege een uitbraak van het Amerikaans vuilbroed mogen de juryleden niet meer van stal naar stal reizen. Reizen met de bijen, dat gaat onder leiding van deze voorzitter de jaren daarna wel gebeuren, namelijk naar de boomgaarden in Hoorn en later naar het koolzaad in de IJsselmeerpolders en de Strabrechtse Heide. Het eerste jaar wordt door de imkers de kat uit de boom gekeken, dus moeten er ook kasten in Asten en zelfs Horst opgehaald worden. Maar als de kasten druipend van de honing uit het koolzaad terugkomen, is er geen houden meer aan en gaan de jaren daarna volle vrachtwagens naar de polder. Harrie is ook de drijvende kracht achter de bouw van een bijenstal. Zo’n stal is bedoeld voor imkers die thuis geen plaats hebben voor een bijenvolkje, maar ook en vooral moet de stal een educatieve functie hebben. Aan de Pastoor Jacobsstraat komt in 1976 op het terrein van de Hobbytuindersvereniging de eerste hal gebouwd. Door de afgelegen plek komt de educatieve functie van de hal daar niet zo goed tot z’n recht, er worden wel imkers opgeleid dankzij de cursus van Toon van Stiphout. Na het beëindigen van zijn voorzitterschap in 1987 blijft hij zich inzetten voor de vereniging. Samen met Carel Verspaij is hij begin 70-er jaren al actief voor het kweken van ‘de betere bij’. Het gaat hun om de Carnica , een zachtaardige bij, heel geschikt voor een dicht bevolkt land als het onze. Als Harrie hiermee begint is het nog verboden bijen uit het buitenland in te voeren. Toch gaat hij naar Duitsland om een Carnica koningin te halen. Hij kreeg van een Duitse professor van een onderzoeksinstituut in Mainz een koningin. Bij de grens krijgt hij het toch benauwd en stopt het kastje achter zijn broekband. Goed warm komt de koningin heelhuids aan in Nederland. Na verloop van tijd verwaterd deze speciale aanpak van koninginneteelt, maar Harrie pakt in 2010 de draad weer op en start dan opnieuw met het ‘Betere Bijen-project’. Uiteindelijk resultaat is dat in Deurne en directe omgeving de meeste imkers nu werken met deze bij. Wanneer op het terrein van (NMC) ‘de Ossenbeemd’ plaats is voor een stal wordt hier in 2002, -ook weer onder leiding en naar het ontwerp van Harrie-, door de imkers zelf een bijenhal gerealiseerd. Nu, op 79 jarige leeftijd, pioniert Harrie nog steeds met het imkeren! Hij plaatst zijn bijen tegenwoordig op grote ramen, zodat het broed niet onderbroken wordt zoals gebruikelijk bij de Nederlandse Spaarkast. We wensen hem met de nooit aflatende steun van zijn Annie daar heel veel succes mee, maar eerst vieren we dit jubileum op de St. Ambrosius feestdag op 9 december 2016!</p>
<p><img src="http://www.bijendeurne.nl/images/Carel-Verspaij-WvD.png" alt="" style="float: left;" /></p>
<p> <strong>Carel Verspaij 50 jaar bevlogen lid van St. Ambrosius Peelland</strong>.</p>
<p>Carel, werkend op een boerenbedrijf, is 14 jaar oud als de boer hem waarschuwt niet te dicht bij de bijenkasten te komen, want ze steken! Carel raakt daarvan niet van de wijs en kijkt geboeid naar het bijenleven. Toen, ruim 75 jaar geleden is er een zaadje gepland dat 25 jaar later uitbundig begint groeien. Piet van Hoek docent aan het gymnasium koopt in 1965 een bijenvolk om zijn leerlingen kennis te laten maken met het leven van de bijen. Aan Carel wordt gevraagd voor het volk te zorgen met het bijgaande advies om ook meteen lid te worden van de Deurnese bijenhoudervereniging Ambrosius. Op z’n veertigste en koud lid van de vereniging, wordt Carel op zijn eerste ledenvergadering direct tot secretaris benoemd. Ruim 20 jaar zal Ambrosius daar de vruchten van plukken. Samen met zijn vriend en voorzitter van de bijenhoudervereniging, Harrie Weijenborg organiseren ze diverse activiteiten. Om de kwaliteit van het bijenhouden te verbeteren worden wedstrijden gehouden. Een jury beoordeelt zo’n drie keer per jaar de deelnemende imkers, waarna op het jaarlijkse Ambrosiusfeest de uitslag bekend gemaakt wordt. Om fruit te bevruchten gaan ze met hulp van de Boerenbond naar Noord Holland. De bijen gedijen er goed, maar de honingopbrengst is gering. Als bekend wordt dat het koolzaad in de IJsselmeerpolders van honing druipende bijenkasten oplevert wordt een trailer geregeld. Deze begint op vrijdagavond kasten op te halen, vanaf het Boerenbond terrein door heel Deurne, naar Liessel, Neerkant, Asten en Horst om rond middernacht na een kopje koffie en een worstenbroodje achter de kiezen gezeten naast de chauffeur naar de IJsselmeerpolders te rijden waar ze zaterdag tegen de middag aankomen en de kasten afgeladen kunnen worden. Begin jaren zeventig volgt een krachttoer. De organisatie van de landelijke Katholieke Imkerdag in Deurne. Traditiegetrouw begint deze met een Eucharistieviering. Een gastspreker in het Peelland College vult de verdere ochtend. Voor de circa 700 deelnemers volgt de zit aan een goede koffietafel, een bezoek aan de Grote Peel en tot slot een concert van het jeugdorkest van de Koninklijke Harmonie. Zo’n dag organiseren is in 2015 nog een hele klus, maar toetertijd schreef de secretaris alle afspraken en uitnodigingen voor die zevenhonderd deelnemers nog met het handje! Vermeldenswaard is tevens het streven van de twee vrienden om in Deurne zachtaardige bijen rond te laten vliegen. Om dit te bereiken wordt een raszuivere Carnica koningin uit Duitsland opgehaald. Later reizen ze met een aantal bijenvolkjes naar het bevruchtingsstation op Schiermonnikoog. Eerst een overnachting op een luchtbed in de hal van de woning van Roelof Geskes, de beheerder van het bevruchtingsstation, omdat de boot naar Schiermonnikook héél vroeg vertrekt. Nadat de bijen zijn afgeleverd worden twee fietsen gehuurd, om dit prachtige eiland te verkennen. Tot op de dag van vandaag zijn Carel en Harrie promotors van de zachtaardige Carnica bij. Ook na zijn bestuurlijke periode zijn de bijen volop in het leven van Carel gebleven. Wel is het aantal kasten van veertig naar twintig en nu tot acht geslonken. Het enthousiasme is er nu in zijn negentigste levensjaar niet minder op geworden. Zomers druk met de zorg voor de bijen en in de winter met het herstellen en timmeren van nieuwe bijenkasten. Kortom het ooit geplante zaadje is na een onstuimige groei nu een mooie plant, waarvan we hopen dat we daar nog lang van mogen genieten. Maar eerst huldigen we de jubilaris tijdens het St. Ambrosius feest op 11-12-2015.</p>
<p><em>Voor meer info over de geschiedenis van onze vereniging zie het boek ‘Een kwestie van Bijhouden’ Te koop voor € 10,-- bij ‘de Ossenbeemd’ of te bestellen bij J.Berkers: tel 0493-317728 of mail naar <a href="mailto:j.berkers16@chello.nl">j.berkers16@chello.nl</a><br /></em><a href="http://www.bijendeurne.nl/#topje"><span style="font-size: 8pt;">naar begin van deze pagina</span></a><em><br /></em></p>Bijen in de Peel 12016-11-20T19:08:42+00:002016-11-20T19:08:42+00:00http://www.bijendeurne.nl/index.php/organisatie/geschiedenis/6-bijen-in-de-peelSuper User<p>Op buitenstaanders heeft de Peel altijd een troosteloze en verlaten indruk gemaakt. Rogier van Leefdael, leenman van Brabant, omschreef het gebied in de zeventiende eeuw als een “seer grooete Wildernisse ende moeras genaempt den Peel welcke door hare wiltheyt, grootheyt, ende weeckheyt van gronde, door menschen ofte met peerden qualyck connende begaen ofte bereeden worden”. Qualyck connende begaen - oud Nederlands, maar het betekende hetzelfde als wat Jacob van Oudenhoven rond diezelfde tijd schreef over de Peel die “doncker ende vael” van kleur was, “eenen open waterachtigen grond, met eenen bovenkorst overtoghen, op de meeste plaetsen niet passabel”. Wild, woest en ledig en tot niets dienend, althans, zo dacht de buitenwereld erover. Palus. In het Latijn betekent het moeras. De Romeinen noemden de streek locus<br />paludosus, moerassig gebied.<br />De bewoners aan de rand van diezelfde Peel wisten wel beter. Niet dat ze er een rijk bestaan aan hadden, maar de Peel was voor hen onmisbaar als leverancier van turf voor de stook, hei voor borstels en bezems en plaggen voor in de potstal. Op diezelfde heide graasden de heideschapen, onmisbaar voor de mestproductie.<br />En in de zomer zetten de boeren er hun bijenkorven neer. Hoe groot die Peel was, was moeilijk precies vast te stellen. Het gebied liep van<br />Oploo tot Meijel, over “een lengte van twaalf uur gaans en een breedte van twee tot vijf uren”, maar het was allemaal om en nabij. De grenzen tussen hei en veen liepen in elkaar over en nooit was zeker waar het ene ophield en het andere begon. Honderdzestigduizend bunder moeras is ooit door nijvere rekenmeesters vastgesteld, slechts doorsneden door de zandrug die bij Meijel van zuid naar noord richting Deurne liep, de zwakke schakel in het gebied en vandaar dat Everard van Doerne in Liessel een blokhuis liet neerzetten, een versterking om ongewenst volk te kunnen tegenhouden. De landmeters hadden in de achttiende eeuw overigens wel precies de grens tussen Pruisen en Brabant uitgemeten en er grensstenen bijgezet, maar die van Limburg en Brabant bleven elkaar hardnekkig de koppen inslaan omdat ze maar niet van elkanders turf en bijenkorven konden afblijven. Met de komst van de gebroeders Jan en Nicolaas van de Griendt uit Den Bosch die in 1858 de Naamloze Maatschappij ter Ontginning en Verveening genaamd Helenaveen, oprichtten, kwam de moderne ontginning en ontsluiting van de<br />Peel in één ferme klap op gang en ging ook Deurne zich volop bezig houden met de exploitatie van de enorme voorraad veen in de gemeente. Begin twintigste eeuw kwamen de ontginningen in een stroomversnelling en droomden de bestuurderen van de Peel als de Nederlandse tegenhanger van het Roergebied, met maar liefst negen steenkoolmijnen in het vooruitzicht en genoeg boerderijen en tuinderijen om duizenden extra monden te kunnen voeden.<br />’t Is er nooit van gekomen, van die steenkoolmijnen. Wel ging de ontginning van hei en moeras verder. En met elke hectare nieuwe landbouwgrond verloor de bij meer terrein. Hoewel de bijenteelt met het verdwijnen van boekweit en heide aan economische betekenis verloor en dan ook stelselmatig afnam, zouden de imkers nooit helemaal uit het dorpsleven verdwijnen. Wel vond er een verschuiving plaats, van de landbouw naar de hobbyisten en van het landbouwgebied naar de bebouwde kom. De bijen van tegenwoordig doen het beter in de stadstuinen dan in de monocultuur van de maïsvelden!</p><p>Op buitenstaanders heeft de Peel altijd een troosteloze en verlaten indruk gemaakt. Rogier van Leefdael, leenman van Brabant, omschreef het gebied in de zeventiende eeuw als een “seer grooete Wildernisse ende moeras genaempt den Peel welcke door hare wiltheyt, grootheyt, ende weeckheyt van gronde, door menschen ofte met peerden qualyck connende begaen ofte bereeden worden”. Qualyck connende begaen - oud Nederlands, maar het betekende hetzelfde als wat Jacob van Oudenhoven rond diezelfde tijd schreef over de Peel die “doncker ende vael” van kleur was, “eenen open waterachtigen grond, met eenen bovenkorst overtoghen, op de meeste plaetsen niet passabel”. Wild, woest en ledig en tot niets dienend, althans, zo dacht de buitenwereld erover. Palus. In het Latijn betekent het moeras. De Romeinen noemden de streek locus<br />paludosus, moerassig gebied.<br />De bewoners aan de rand van diezelfde Peel wisten wel beter. Niet dat ze er een rijk bestaan aan hadden, maar de Peel was voor hen onmisbaar als leverancier van turf voor de stook, hei voor borstels en bezems en plaggen voor in de potstal. Op diezelfde heide graasden de heideschapen, onmisbaar voor de mestproductie.<br />En in de zomer zetten de boeren er hun bijenkorven neer. Hoe groot die Peel was, was moeilijk precies vast te stellen. Het gebied liep van<br />Oploo tot Meijel, over “een lengte van twaalf uur gaans en een breedte van twee tot vijf uren”, maar het was allemaal om en nabij. De grenzen tussen hei en veen liepen in elkaar over en nooit was zeker waar het ene ophield en het andere begon. Honderdzestigduizend bunder moeras is ooit door nijvere rekenmeesters vastgesteld, slechts doorsneden door de zandrug die bij Meijel van zuid naar noord richting Deurne liep, de zwakke schakel in het gebied en vandaar dat Everard van Doerne in Liessel een blokhuis liet neerzetten, een versterking om ongewenst volk te kunnen tegenhouden. De landmeters hadden in de achttiende eeuw overigens wel precies de grens tussen Pruisen en Brabant uitgemeten en er grensstenen bijgezet, maar die van Limburg en Brabant bleven elkaar hardnekkig de koppen inslaan omdat ze maar niet van elkanders turf en bijenkorven konden afblijven. Met de komst van de gebroeders Jan en Nicolaas van de Griendt uit Den Bosch die in 1858 de Naamloze Maatschappij ter Ontginning en Verveening genaamd Helenaveen, oprichtten, kwam de moderne ontginning en ontsluiting van de<br />Peel in één ferme klap op gang en ging ook Deurne zich volop bezig houden met de exploitatie van de enorme voorraad veen in de gemeente. Begin twintigste eeuw kwamen de ontginningen in een stroomversnelling en droomden de bestuurderen van de Peel als de Nederlandse tegenhanger van het Roergebied, met maar liefst negen steenkoolmijnen in het vooruitzicht en genoeg boerderijen en tuinderijen om duizenden extra monden te kunnen voeden.<br />’t Is er nooit van gekomen, van die steenkoolmijnen. Wel ging de ontginning van hei en moeras verder. En met elke hectare nieuwe landbouwgrond verloor de bij meer terrein. Hoewel de bijenteelt met het verdwijnen van boekweit en heide aan economische betekenis verloor en dan ook stelselmatig afnam, zouden de imkers nooit helemaal uit het dorpsleven verdwijnen. Wel vond er een verschuiving plaats, van de landbouw naar de hobbyisten en van het landbouwgebied naar de bebouwde kom. De bijen van tegenwoordig doen het beter in de stadstuinen dan in de monocultuur van de maïsvelden!</p>Historie van Sint Ambrosius Peelland Deurne2016-11-20T19:04:44+00:002016-11-20T19:04:44+00:00http://www.bijendeurne.nl/index.php/organisatie/geschiedenis/4-historie-van-sint-ambrosius-peelland-deurneSuper User<p>Het staat onomstotelijk vast dat onze vereniging in 1863 werd opgericht en daarmee een van de oudste verenigingen in Deurne is. Voor die tijd, vanaf de middeleeuwen, zijn er ongetwijfeld meer gildes geweest in de 7 kerkdorpen (van vaklieden, schutters e.d.).<img src="http://www.bijendeurne.nl/images/w-Lijstboek-1863.jpg" alt="Lijstboek" width="200" height="275" style="float: right;" /><br style="clear: left;" /><br />Het eerste ledenboek dat we in onze archieven tegenkwamen heeft als titelpagina: ‘Lijstboek voor de Broeders St. Ambrosisusgilde Deurne, Opgericht en Begonnen in het Jaar 1863’.<br />Daarin werd keurig bijgehouden wat er in de vergaderingen besproken en besloten werd.<br />De ledenlijsten werden elk jaar vermeld en de boetes voor het niet verschijnen op de vergadering werden genoteerd in een puntgaaf ouderwets handschrift van de secretaris. <br />Hoe tradities in ere werden gehouden blijkt uit het optekenen van de verhuur van volken, de stand van zaken bij de jaarlijkse Bijenmarkt, de kosten van de ‘teerdag’ ter ere van de beschermheilige die altijd op of rond 7 december werd gehouden (en nu nog een van de weinig overgebleven tradities is).<br />De rest van het verhaal kunt u uitgebreid terugvinden in het in 2014 uitgegeven boek “Een kwestie van bijhouden”, waarin 150 jaar wel en wee van St. Ambrosius Peelland staat opgetekend. U kunt het boek, na betaling van € 10,--, verkrijgen bij onze huidige voorzitter M.van Hugten, mail naar: <a href="mailto:math@bijendeurne.nl">math@bijendeurne.nl</a><br />Nu betreden ook wij met deze nieuwe website de digitale wereld als bewijs dat de Deurnese imkers met hun tijd meegaan.</p><p>Het staat onomstotelijk vast dat onze vereniging in 1863 werd opgericht en daarmee een van de oudste verenigingen in Deurne is. Voor die tijd, vanaf de middeleeuwen, zijn er ongetwijfeld meer gildes geweest in de 7 kerkdorpen (van vaklieden, schutters e.d.).<img src="http://www.bijendeurne.nl/images/w-Lijstboek-1863.jpg" alt="Lijstboek" width="200" height="275" style="float: right;" /><br style="clear: left;" /><br />Het eerste ledenboek dat we in onze archieven tegenkwamen heeft als titelpagina: ‘Lijstboek voor de Broeders St. Ambrosisusgilde Deurne, Opgericht en Begonnen in het Jaar 1863’.<br />Daarin werd keurig bijgehouden wat er in de vergaderingen besproken en besloten werd.<br />De ledenlijsten werden elk jaar vermeld en de boetes voor het niet verschijnen op de vergadering werden genoteerd in een puntgaaf ouderwets handschrift van de secretaris. <br />Hoe tradities in ere werden gehouden blijkt uit het optekenen van de verhuur van volken, de stand van zaken bij de jaarlijkse Bijenmarkt, de kosten van de ‘teerdag’ ter ere van de beschermheilige die altijd op of rond 7 december werd gehouden (en nu nog een van de weinig overgebleven tradities is).<br />De rest van het verhaal kunt u uitgebreid terugvinden in het in 2014 uitgegeven boek “Een kwestie van bijhouden”, waarin 150 jaar wel en wee van St. Ambrosius Peelland staat opgetekend. U kunt het boek, na betaling van € 10,--, verkrijgen bij onze huidige voorzitter M.van Hugten, mail naar: <a href="mailto:math@bijendeurne.nl">math@bijendeurne.nl</a><br />Nu betreden ook wij met deze nieuwe website de digitale wereld als bewijs dat de Deurnese imkers met hun tijd meegaan.</p>